topimage thelmatodd

topimage lawrence

topimage stanollie

topimage_filmlijst

Zoeken

Interview met Stan Laurel uit 1961

(vrije vertaling van het oorspronkelijke Engelse artikel naar het Nederlands)

 

stan-at-desk

 

EEN INTERVIEW MET STAN LAUREL

Oorspronkelijk gepubliceerd in INTRO in 1961

-- Herdrukt in 1965 na de dood van Stan.

door Larry Goldstein

De Hal Roach Studio is nu stil. Bij tijd en wijle zijn geluiden hoorbaar van gehuurde studio's die duiden op het filmen van goedkope Tv-opnames, maar verder ligt het gebouw, in de stijl van de zuidelijke plantages, er somber en stil en doods bij - met velden van zwart asfalt tot aan de omrastering met prikkeldraad. De studio is uitgelacht. De magie die ooit dit Washington Boulevard monument vulde, is verdwenen. Maar de komedie klassiekers die werden geproduceerd binnen deze muren dienen, als grinnikende geesten, om het gouden tijdperk te herinneren toen Stan Laurel en Oliver Hardy de ambassadeurs van Hollywood van plezier, frivoliteit en ondeugd waren.

AN INTERVIEW WITH STAN LAUREL

Originally published in INTRO in 1961

--  Reprinted in 1965 after Stan’s death.

by Larry Goldstein

The Hal Roach Studio is silent now. Occasional noises from rented sound stages are clue to low-budget TV filming, but otherwise the Southern Plantation style building lies bleak and quiet and deathlike—with black asphalt fields stretching toward a barbed-wire boundary. The studio is all laughed out. The magic that once filled the Washington Boulevard landmark is gone. But the comic classics that were produced within its walls still serve, like chuckling ghosts, to recall that golden era when Stan Laurel and Oliver Hardy were the Hollywood ambassadors of fun, frivolity and foolishness.

De toegankelijk komedie, die Laurel en Hardy zo populair hebben gemaakt, heeft een universele aantrekkingskracht. "Haar eenvoud is de gemeenschappelijke taal voor iedereen in de wereld", zo verklaard Stan Laurel. "Het bevat een element van sympathie en een eenvoudige waarheid die niet aanwezig is in gewone slapstick, vooral zoals die door de Keystone Kops en The Three Stooges werd gemaakt." Laurel leunde achterover in zijn bureaustoel en trok een grimas naar aanleiding van de vergelijking. Foto's en karikaturen van zijn voormalige zelf grijnzen op hem neer van de muren, terwijl beelden en poppen van hem en Hardy lukraak in het appartement verspreid staan.

The low comedy that Laurel and Hardy made so popular has a universal appeal. “It's simplicity is the common language for everyone in the world,” Stan Laurel explained.  “It contains an element of sympathy and simple truth that is absent in common slapstick, especially as practiced by the Keystone Kops and The Three Stooges." Laurel leaned back in his swivel chair and grimaced slightly at the comparison. Photos and caricatures of his former self grinned down at him from the walls while busts and puppets of him and Hardy were strewn haphazardly about the apartment.

Laurel begon herinneringen op te halen over de reizende gezelschappen uit het Engeland, waar hij in 1890 werd geboren. Hij herinnerde zich de gebruikelijke werkwijze om avond na avond van rollen te wisselen om de lach kracht bij te zetten. "De ene dag kon hij voor butler spelen, de volgende dag voor dienstmeid, en zo verder. De show was niet altijd logisch, maar het was wel altijd een lollige boel." Dit adaptief vermogen zou later Stan Laurel's leven veranderen.

Laurel began to reminisce about his experience in the travelling troupes in England, where he was born in 1890. He recalled the common practice in road shows of changing roles from night to night to spice up the laughs. "One day I might play the butler, the next the maid, and so on. The show never made much sense but it was always loads of fun." This adaptive ability was later to change Laurel's life.

Op zoek naar nieuwe werelden om te veroveren stak een Engels vaudeville gezelschap, waarbij Laurel was aangesloten (top banaan: Charlie Chaplin), de Atlantische Oceaan over in 1912. Het jaar erop was Laurel onder contract in Hollywood.

Searching for new worlds to conquer, an English vaudeville troupe with which Laurel was performing (top banana: Charlie Chaplin) crossed the Atlantic in 1912. The next year Laurel was under contract in Hollywood.

Eenmaal daar werd Laurel schrijver-regisseur voor veel van de stomme films van de Hal Roach Studios. Op een dag toen hij een twee-reeler regisseerde, raakte een komediester gewond in een film waarvan de opnames al waren gestart. Dingen werden tijdelijk hectisch, totdat Roach zich herinnerde dat Laurel getraind was in het wisselen van rollen en onder de indruk van diens acteervaardigheden plaatste hij hem in een onwillige rolbezetting naast een andere ex-vaudeville acteur, de in Georgia geboren Oliver Hardy. Het resultaat was een explosie bij de theaterkassa. "Ze vulden elkaar perfect aan", herinnert zich Roach, "De camera kon naar de ene draaien en voor een lach zorgen en dan terugdraaien naar de ander voor een volgende lach, en dan uitdraaien voor een beeld met beiden voor wederom een lach". De komieken werden gekoppeld in enkele proeffilms en toen, in erkenning van hun gebleken succes, samengevoegd tot een team in 1927.

Once there,  Laurel became a writer-director for many of the silent films at Hal Roach Studios. One day when he was directing a two-reeler, a comedy star got hurt and couldn't appear in the film, which had already begun shooting. Things became frantic until Roach, recalling that Laurel had been trained to interchange roles and impressed with Laurel's acting prowess, cast him as the unwilling co-star to another ex-vaudevillian, Georgia-born Oliver Hardy. The result produced an explosion at the box office. "The two complemented each other perfectly," Roach recalled, "The camera could pan on one and get a laugh, back to the other for another laugh, and then swing out to include both for still another." The comedians were paired in a few more trial films and then, in recognition of their obvious success, were officially teamed in 1927.

Stan Laurel haalt deze herinneringen op met een lichte nostalgische glimlach. Wonend in een comfortabel appartement in Santa Monica, heeft de voormalige komiek weinig gelijkenis met zijn oude filmbeeld. De melancholie die zo chronisch zichtbaar was op het scherm is vervangen door een doordringende, opwarmende vrolijkheid, en zijn dunne gestalte -een voormalig handelsmerk - heeft plaatsgemaakt voor een licht buikje.

Stan Laurel recalled these memories with a slightly nostalgic smile. Now living in a comfortable Santa Monica apartment house, the former comedian bears little resemblance to his old film image. The lugubriousness which was so chronic on the screen has been replaced by a pervasive, warming mirth, and his thinness — a former trademark — has given way to a slight paunch.

Laurel was diep bedroefd over de dood van Hardy in 1957, waardoor hun 30-jarige kameraadschap ten einde kwam. "Babe (Hardy's bijnaam) en ik waren altijd goede vrienden" herinnert hij zich, "ondanks dat we privé zelden met elkaar omgingen". Hij was nogal een playboy en bracht een groot deel van zijn tijd door op de golfbaan en bij de paardenraces met zijn vrienden, terwijl mijn voorkeur lag bij het varen en vissen.

Laurel was deeply saddened by Hardy's death in 1957, which brought the 30-year companionship to an end. "Babe (Hardy's nickname) and I were always good friends," he recalled, "even though we seldom met socially. He was more of a playboy and spent a great deal of time on the golf course and at the races with his friends, whereas I preferred boating and fishing."

Het daadwerkelijk maken van films was, zoals Laurel beschrijft, noodzakelijkerwijs primitief. "We maakten de film met slechts een schets over de verhaallijn en de grappen. Naar gelang de film vorderde kon de regisseur een nieuwe lijn voorstellen die we mogelijk konden uitproberen en deze dan óf houden óf verwerpen". De nadruk lag constant op spontaniteit tijdens het filmen - de regisseur of sterren stelden elkaar de vraag "Is dit grappig" of "Hoe zou dit uitzien" en stelden dan een stunt voor die we in de actie van de film konden integreren. De regisseur, zo zegt Laurel, was slechts een toezichthouder die de productie onder een zekere mate van controle hield. Hoe lukraak dit systeem ook mag lijken, de resultaten overtroffen dit doorgaans. "De film kon worden bijgesneden om bij een voorgaande passage te passen." Legt Laurel uit, "of (zoals het geval is in Pardon Us) het werd uitgerekt tot een volwaardige lange speelfilm als de ideeën fors en snel genoeg kwamen."

The actual filmmaking, as Laurel describes it, was necessarily primeval. "We just shot the film with a mere outline of the story and gags. As the film progressed the director would suggest a new line which we might try out and then either keep or reject it." There was a constant emphasis upon spontaneity in the filming—the director or stars would ask each other "Is this funny?" or "How would this look?" and propose a stunt they thought could be incorporated into the action. The director, Laurel said, was merely an overseer who kept the production under a modicum of control. Haphazard as this system may seem, the results were usually more so. "The film might be cut down to fit another previous sequence." Laurel explained, "or (as in the case of Pardon Us) it might be stretched out into a feature length movie if the ideas came thick and fast enough."

Naar gelang de twee komieken gewend raakten om met elkaar te werken, werden de films steeds beter. Een voorbeeld van deze samenwerking was "the helpless burn" een opeenvolging van acties die herhaaldelijk werden gebruikt in een verhaal. Dit vond mogelijk plaats nadat Laurel per ongeluk Hardy in een modderpoel ter grootte van een moeras had geduwd, of hem onbewust een trap af had geduwd, enz., deze representeerden een bepaalde gemoedstoestand, een "wat heeft het voor een zin" houding die de volgende actie nog grappiger maakte. "Dit geweld-pauze effect gaf het publiek ook de mogelijkheid om zich te ontspannen, "voegt Laurel toe" en het gaf hun een korte adempauze voordat de volgende baksteen op Ollie's hoofd viel. Dan zou er weer een korte pauze zijn voor het volgende ongeluk en zo voort".

The films became progressively better as the two comedians became used to working with one another. An example of this cooperation was the "helpless burn." a sequence used repeatedly in every story. This would take place after Laurel might accidentally push Hardy into a mud puddle the size of a swamp, or unwittingly knock him down a flight of stairs, etc., representing a kind of pathos, a "what's the use" attitude that made the next action even funnier. "This violence-pause effect also gave the audience a chance to relax," Laurel added, "and gave them a short breather until the next brick fell on 0llie's head. Then there would be another short pause before the next accident and so on."

Laurel wijst op nog een verschil tussen de moderne komedie en die uit de eerste jaren. "We hebben ons nooit bezig gehouden met satire of ander suggestief materiaal. Hoewel sommige van onze films in brede zin parodieën waren of kluchten van populaire dramatische thema's, was er geen bewuste poging om sarcastisch te zijn of beledigend.- Hierdoor had het team geen problemen met belangengroepen; Ze kregen echter wel te maken met de minachting van serieuze en invloedrijke filmcritici die vonden dat hun films geen enkel sociaal doel dienden en de films de laagste geledingen van de samenleving bedienden. Deze schele critici werden echter doorgaans door de algemene bevolking genegeerd, en specifiek door de Academy of Arts and Sciences die een Oscar toekenden aan de korte L&H film "The Music Box" in 1932.

Laurel pointed out another difference between modern comedy and that of earlier age. "We never dealt with satire or suggestive material. Although some of our films were broad parodies or burlesques of popular dramatic themes, there was no conscious attempt at being either sarcastic or offensive.— Because of this, the team had no trouble with pressure groups; they did, however. incur the disdain of the serious and influential motion picture critics who felt their films were serving no social purpose and were catering to the lowest element in society. These cockeyed critics were usually ignored by the general populace, however, and particularly by the Academy of Arts and Sciences who awarded an Oscar to the L&H short, "The Music Box" in 1932.

De stroom van films nam af in de laatste jaren van 1930 en de beginjaren van 1940 en werd volledig gestopt na de oorlog. "Ik veronderstel dat er geen andere reden te geven is dan dat het publiek moe was van toegankelijke komedie. Ze begonnen meer kunst in het filmen te eisen en minder maïs."

The flow of pictures dwindled in the late 1930's and early 1940's and after the war stopped altogether. "I suppose that there is no other reason to offer than the public just got tired of low comedy. They began to demand more art in filming and less corn."

Dus Laurel en Hardy pakten hun boeltje bijeen en voeren naar Engeland, alwaar hun films altijd al de grootste populariteit hadden genoten. Daar maakten ze een aantal bühne uitvoeringen en succesvolle geïmproviseerde optredens bij verschillende vaudeville theaters. Toen ze terugkeerden naar Amerika werd hen een wekelijkse TV show aangeboden die Laurel echter afwees vanwege ziekte. Hal Roach benaderde hen met een ander TV idee. Ze zouden speelfilmlange "spektakels" verfilmen die zouden worden uitgezonden in dit land en vervolgens als bioscoopfilm in het buitenland. Het format zou als de Shirley Temple Show zijn en zou zang en dans bevatten naast de komedie. Het duo was geïnteresseerd in het project van Roach, maar Hardy stierf plotseling voordat enig werk was gestart.

So Laurel and Hardy packed up their troubles and sailed to England. where their films had always enjoyed the greatest popularity. There, they made personal appearances and improvised a successful performance at various vaudeville theatres. When they returned to America they were offered a weekly TV show which Laurel turned down because of illness. Hal Roach also approached them with another TV idea; they would film feature length "spectaculars" for television release in this country and subsequently as motion pictures abroad. The format would have been like the Shirley Temple Show, and would have involved singing and dancing as well as comedy. The duo was interested in the Roach project, but Hardy suddenly died before any work had begun.

Stan Laurel, die een groot deel van zijn tijd bestede met het kijken naar de televisie (zelfs verhuisde toen de TV ontvangst in Malibu te zwak werd), keek maar zelden naar zijn eigen films op de buis. "Ze zijn aan stukken gesneden", zegt hij verontwaardigd. "De bedachte continuïteit die we hadden bereikt in de film werd geruïneerd door blue-pencilling (monteren van films)" Jammer genoeg krijgt Laurel geen royalty's van deze herhalingen, net als het feit dat hij nooit een percentage heeft gekregen toen de film werd uitgebracht. "Ze hadden ons Hollywood uitgezet als we voor een aandeel hadden gevraagd", legt hij uit. In het algemeen heeft hij het gevoel dat komedie op TV een grote belofte heeft, maar het lijkt erop dat origineel materiaal op dreigt te raken. "Er zou meer een mengelmoes van verschillende typen humor moeten zijn, en zonder de lach opnames!" adviseert hij, terwijl hij tegelijkertijd uitlegt dat hij zich zeer vermaakt met de meeste tv komedies.

Stan Laurel, who spends a good deal of time watching television (even moving from Malibu when TV reception became to weak in that area) very rarely watches his own films on the tube. "They're cut to pieces," he assailed. "Whatever continuity we achieved has been ruined by blue-pencilling." Unfortunately, Laurel gets no residuals from these reshowing’s just as he never received a percentage when the movie was originally released. "They would have thrown us out of Hollywood if we had asked for a cut," he explained. On the whole, he feels that comedy on TV has great promise but seems to be running out of original material. "There should be more of a blend of the different types of humor, and without laugh tracks!" he advised, while at the same time explaining that he himself enjoys most of the TV comics.

De carrière van Stan Laurel en Oliver Hardy floreerde gedurende drie overgangsperiodes in de Amerikaanse komedie. Het liep parallel met de slapstick, de warhoofden en de verfijnden en ontpopte in een tijdperk van respect, dat hen lange tijd was ontkend.

The career of Stan Laurel and Oliver Hardy thrived during three transition periods in American comedy. It ran parallel to the slapstick, the scatterbrained and the sophisticated, and emerged into an aura of respectability that had long been denied it.

De stijl, de techniek, die deze mannen hebben ontwikkelt is nog niet geëvenaard door de vele komedieduo's die na hen kwamen. Hal Roach geeft toe dat "als team denk ik niet dat er ooit iemand beter is geweest... ze waren een klasse apart," een oordeel dat tot weinig discussie zal leiden bij de miljoenen die zichzelf in de stemming hebben gelachen bij het zien van Stanley die wezenloos zijn hoofd krabt of bij het wachten op de volgende steen vallend op Ollie's geduldige hoofd.

The style, the technique, which these men developed has not yet been matched by the many comedy couplets that followed them. Hal Roach admits that "as a team I don't think there was ever anyone better . .. they were in a class by themselves," a judgment that will draw little disagreement from the millions who have laughed themselves well, watching Stanley blankly scratch his head, or waiting for the next brick to fall on 0llie's patient head.

Afgelopen zomer zag ik Laurel weer, de aanleiding voor mijn bezoek was enkel de spontane wens om deze man nog een keer te spreken. Bevrijd van de druk van een interview praatte Laurel wat vrijer over "the old days", zich herinnerend aan de streken, de film-ongelukken en de romantische verwikkelingen die Hollywood zo legendarisch maakten. Luisterend naar Laurel's anekdotes over Mack Sennett en Mabel Normand, uitkijkend over het strand waar zoveel van hun films werden opgenomen, kon ik niet anders dan het gouden tijdperk betreuren dat ik nooit had gezien. Een gouden tijdperk, omdat het een kunst van een dergelijke vrolijkheid en gratie inluidde, zodat niemand het kon weerstaan. Films zijn nu ingeburgerd en wie kan ontkennen dat veel van de films die we zien, plichtmatig worden bekeken en niet enkel meer als entertainment. De dood van Stan Laurel vorige week herinnert ons aan een kunstvorm vol energie en vaardigheid die we nu uit gewoonte waarderen. Ook het lot van de Hal Roach Studio laat ons herinneren. Vorig jaar gesloopt, te midden van de verontwaardiging en tranen van het publiek dat oud genoeg is om het zich te kunnen herinneren, heeft de Studio plaats gemaakt voor een open veld. Later dit jaar zijn zakenlieden van plan de ruimte te vullen met lichte industrie en percelen met gebruikte auto's.

I saw Laurel again last summer, my visit occasioned only by a spontaneous desire to speak to the man once more. Relieved of the pressure of interview, Laurel chatted more freely about the old days, recalling nostalgically the practical jokes, film-making accidents and romantic involvements which made Hollywood so legendary. Listening to Laurel's anecdotes about Mack Sennet and Mabel Normand while overlooking the beach where so many of their films were shot, I could not help but lament a golden age I had never seen. A golden age because it ushered in an art with such gaiety and grace that no man could resist it. Movies are an institution now, and who of us will deny that many of the films we see are seen from sheer sense of duty, not for entertainment alone. The death of Stan Laurel last week reminds us of the energy and skill which were the origins of an art form we appreciate from habit. The fate of Hal Roach Studio reminds us also. Torn down last year amidst the insults and tears of a public old enough to remember, the Studio has given way to an empty field. Later this year, businessmen plan to fill the space with light industry and used car lots.

 

  • interview1
  • interview2
  • interview3
  • interview4
  • interview5

Vrije vertaling: Hans Jongen

Foto Showcase

Polls

Digital Remastering van L&H Films

De films zijn kunst, daaraan verander je niets - 22.5%
Alleen om omzuiverheden eruit te halen - 22.5%
Maak ze maar perfect maar wel zwart-wit - 40%
Inkleuren mag, maar houd het orgineel - 8.8%
Compleet inkleuren alsof ze zo zijn gemaakt - 6.3%

Aantal stemmen: 80
Stemmen op deze enquete is niet meer mogelijk. op: 01 dec 2013 - 00:00